VISSEN IN DE MEREN ROND LANGRES

- Snoek
De grote snoeken zitten hoofdzakelijk in de volgende meren: Lac de la Liez (290 ha), Lac de Charmes (197 ha), Lac de Saint-Ciergues (94 ha) en Lac de Villegusien (199 ha). Van het voorjaar tot aan het eind van de zomer wordt er voornamelijk gevist met levend of dood aas of met kunstaas, wat langs de oevers en bij plekken met veel waterplanten grote voldoening geeft. Het vissen vanaf de oevers of vanaf de stuwdammen (dit geldt voor Liez en Charmes) is met name in de herfst en in de winter interessant.

- Snoekbaars (Charmes)
De snoekbaars is in de 20e eeuw toegevoegd aan het visbestand van de meren rond Langres. Hun gemiddelde lengte is 70 cm en ze wegen gemiddeld 5 à 6 pond. De snoekbaars wordt voornamelijk vanuit de boot gevist, liefst bij rotspartijen en pijlers van bruggen.

- Meerval (Liez en Charmes)
De meerval heeft onze meren bereikt tegen het eind van de 20e eeuw. Deze vis gedijt hier bijzonder goed: een van de records is een meerval van 2,2 m, dat record is inmiddels waarschijnlijk gebroken. Ook op de Liez kun je vissen op meerval, vooral op diepe plekken. Met een visdetector bereik je in no-time de visrijke plaatsen.

- Karper
In de vier meren van het Pays de Langres en in het Lac du Der is de karper alom aanwezig.